door Ramona van der Loo
•
12 maart 2020
dag 1 - 6 maart Na een goede vlucht landden we rond 19.15 uur op de luchthaven van Kigali. Buiten stond onze vaste chauffeur Polycarpe te wachten om ons met de oude vertrouwde Landrover naar de guesthouse van Colette te brengen. Vervolgens nam Poly ons nog even mee naar een restaurant in de stad om een hapje te eten. Daarna gingen we, vermoeid van de lange reis, snel slapen. dag 2 - 7 maart We ontbeten om 8.00 uur op het dakterras met schitterend uitzicht over de stad Kigali. Colette was ook aanwezig. Zij spreekt Nederlands omdat ze in de tijd van de genocide als vluchteling in Nederland was terechtgekomen. Haar man was door een Nederlands echtpaar geadopteerd. Colette vertelde dat zij 3 weken geleden een kinderopvang/crèche was gestart. In Rwanda is het niet gebruikelijk dat werkende ouders hun kinderen naar de opvang brengen en daarvoor betalen. Spannend dus. We namen een kijkje in de crèches naast de guesthouse. Het zag er goed verzorgd en professioneel uit. Aansluitend bezochten we de stad om geld te wisselen, de simkaart op te waarderen en boodschappen te doen in de grote supermarkt. Het viel me op dat Kigali sinds mijn laatste bezoek vier maanden geleden, zich in rap tempo ontwikkelt. Er was een KFC geopend en er wordt een hypermodern kantoor voor de nationale bank van Rwanda gebouwd. Economische groei is zichtbaar; in Kigali lopen veel mensen in moderne kleding. Als je in deze stad bent zou je niet zeggen dat 60% van de Rwandese bevolking onder de armoedegrens leeft. Omdat Joanne voor het eerst in Rwanda is, bezochten we de Genocide Memorial Center. Ik werd er, ondanks mijn derde bezoek, nog steeds stil van. Na een lekkere cappuccino vertrokken we voor de 6-uurdurende autorit naar onze bestemming in Kibogora. Zodra we de stad uitreden, zagen we mensen in traditionele kledij en kwamen we armoede tegen. Onderweg stopten we in Poly’s dorp om een hapje te eten waarna we, nog voordat het helemaal donker was, aankwamen in Kibogora. Het was voor Merel en mij even wennen dat we niet in de Blackhouse maar in de Greenhouse verbleven. Dit huisje is wat kleiner. We misten onze tuin met mooi uitzicht op het Kivumeer. dag 3 - 8 maart Op zondagochtend gaat de community gewoonlijk naar de kerk. De vorige keer duurde de dienst vier uur. En dat in het Kinyarwanda! Vandaar dat we besloten om niet de hele dienst te blijven. Voordat we de kerk in gingen moesten we onze handen wassen vanwege het Coronavirus. Daar spraken we kort de directeur van het ziekenhuis. Tijdens de dienst bezorgden de koren ons kippenvel met hun heerlijke blackgospels en werd er een baby’tje gedoopt. Voordat de preek begon, keerden we terug naar ons huisje om, totdat het begon te onweren, van het zonnetje te genieten. Julie, neonatologie verpleegkundige in Kibogora, kwam nog even bij ons langs voor een praatje. Zij is een Amerikaanse die al bijna twaalf jaar in Kibogora woont en werkt. Eind van de maand stopt haar project hier en keert ze terug naar de VS. Met gemengde gevoelens. Zo vroeg ze zich af wat ze door haar inzet in al die jaren had bereikt. Ook vertelde ze over haar bezoek een paar weken geleden aan een ziekenhuis in Burundi. Daar herkende zij situaties die twaalf jaar geleden ook in Kibogora voorkwamen. Er was dus wel vooruitgang geboekt alleen niet op de manier zoals zij die zich had voorgesteld omdat daarvoor de middelen ontbraken. Het internet lag eruit zodat we niet konden werken aan ons scholingsprogramma. Zodoende werden we gedwongen om een rustdag te nemen, het was tenslotte ook zondag. En eigenlijk kwam ons dat best goed uit; we waren moe van al het reizen en moesten wennen aan de broeierige warmte (rond 21 graden). ’s Avonds speelden we Skip-Bo. Morgen vroeg op. Groetjes van Ramona